In een studie uit 2000 (https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/10846806/) werd een groep mannen een set van een aantal pornografische foto’s gepresenteerd. De mannen kregen om de aantal seconden een foto uit de set te zien. Nadat de laatste foto uit de set werd gepresenteerd, werd de set weer herhaald. De mannen kregen de sets in verschillende rondes achter elkaar te zien. In de eerste ronde werd een hoog dopamineniveau vastgesteld. De tweede ronde al minder en ook in de opvolgende rondes nam het dopamineniveau steeds af. Op een gegeven moment werden er nieuwe, nog niet eerder getoonde pornografische foto’s getoond. Het dopamineniveau schoot weer de lucht in! Niet alleen naaktheid, maar vooral nieuwigheid zorgt voor opwinding. Dit wordt ook wel het Coolidge effect genoemd.
Juist hierin ligt de aantrekkingskracht van pornografie. Pornografie geeft je onmiddellijk toegang tot ontelbare nieuwe pornografische beelden. Binnen een uur kun je online meer erotisch afgebeelde leden van het andere geslacht vinden, dan mensen die onze voorouders heel hun leven hebben ontmoet. Door steeds nieuwe pornografische beelden te aanschouwen, houdt online pornografie je aandacht steeds vast.
Jouw brein is niet in beton gegoten; het past zich aan aan de omstandigheden en invloeden, positief en negatief. Deze kneedbaarheid is heel erg sterk. Het brein kan beter worden in bijna alles door zijn fysieke structuur te veranderen.